In België zijn er vijf nucleaire sites: de kerncentrales in Doel en Tihange, het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK-CEN) in Mol, Belgoprocess in Dessel en het Nationaal Instituut voor Radioelementen (IRE) in Fleurus. Er bevinden zich twee nucleaire centrales op minder dan 20 kilometer van onze grenzen, in Borssele (Nederland) en Chooz (Frankrijk).
De kans op een nucleair ongeval is heel klein, maar niet onbestaande. Bij een ernstig ongeval kunnen verschillende radioactieve stoffen vrijkomen in de lucht. Daartegen kan men zich het best beschermen door te schuilen in een gebouw, ramen en deuren gesloten te houden, ventilatiesystemen (airco) uit te schakelen en te luisteren naar de aanbevelingen van de overheid via tv, radio, officiële websites en sociale media.
Als er ook radioactief jodium vrijkomt, kan het gebruik van jodiumtabletten een bijkomende bescherming bieden. Radioactief jodium wordt door het lichaam opgenomen, zowel via het ademhalingsstelsel als via het spijsverteringsstelsel en zelfs via de huid. De schildklier slaat radioactief jodium op tot ze ermee verzadigd is en zorgt op die manier voor een bestraling “van binnen uit”. Door die voortdurende bestraling neemt de kans op schildklierkanker toe. Door de schildklier te verzadigen met het niet-radioactief jodium in de tabletten, wordt het opstapelen van radioactief jodium verhinderd. Omdat het juiste tijdstip van inname belangrijk is voor een goede bescherming, mogen jodiumtabletten bij een nucleair ongeval nooit worden ingenomen op eigen initiatief, maar enkel als de overheid dit adviseert.